In het Waarschip archief bevind zich een krantenartikel van de Indian Express over een Waarschip dat de wereld om zeilt. “Round the world in tiny yacht”. Februari 1993 werd het briefje per post verzonden vanuit Aden Jemen met het artikel van de Indian Exspress (dinsdag 24 december 1992) naar de Fam. Kremer en Waarschip medewerkers. Met de hand geschreven waarin te lezen valt dat Tutana veilig aan de andere kant van de wereld was aangekomen. Mijn interesse was gewekt! Een oproepje op Facebook leverde al snel resultaat……….
Zeilboot huren Waarschip Tutana

Wereld omzeiling met een Waarschip 740: Peel tot Peel via Pitcairn

(door Klaas Jan Hoeve voor het blad zeilen)
Arno kiest een route die net even anders is dan gebruikelijke “Milk Run”. Hij zeilt met zijn Tutana langs het geheimzinnige Paaseiland en dan naar Pitcairn (het eiland van de muiters van de Bounty).
Klaas Jan Hoeve ontmoette Arno van Cauwenberghe Jaren geleden voor het eerst (hij schrijft dit in het blad Zeilen van november 1997). Eerst genoemde stond voor vertrek naar tropische streken. Van Cauwenberghe had al een rondje Atlantic achter de rug en bereide zich voor op weer een forse reis. Zijn boot Tutana een standaard Waarschip 740: groot genoeg voor een varend vrijgezel. Het contact bleef. Eenmaal onderweg kwamen ze elkaar tegen op bekende ankerplaatsen. Samen peddelen in de “bijboot race Las Palmas”, punch drinken in Martinique, barbecue bij Sarifundy op Curaçao en tot slot afscheid op Aruba. De Hoeve’s gingen werken, Van Cauwenberghe naar Panama en verder.
Ze bleven schrijven. Een ansichtkaart van het eiland Cocos Keeling in de Indische Oceaan bracht prachtig mooi nieuws. Arno was hier – onder de palmen – getrouwd met zijn Australische opstapster Olga. Eindelijk romantiek voor de aller aardigste vrijgezel van de wereldzeeën. Na de trouwpartij verder, rond de wereld en terug naar de vlaaien van het goede Limburgse land. Niet met een spectaculaire aankomst in IJmuiden, maar via de Franse kanalen bijna ongemerkt bij Maastricht het land binnenvarend. Een kennismaking met een bescheiden rond de wereld zeiler.
“Het gaat toch allemaal om de mensen die je ontmoet.”
De Tunana ligt met de mast plat afgemeerd in een kanaaltje in de Peel als we elkaar weer terugzien. Aan boord ontmoeten we Olga die ons begroet in onvervalst “flying doctors-Engels. Er is te veel te vertellen dus geven we ons maar over aan het oer Hollands koffie drinken , begeleid door het gestadig tikken van een oer-Hollandse regen. Even zijn we terug in de wereld van verwegzeilers waar mensen tijd voor elkaar hebben.
De ruige Indische Oceaan, de moeizaam bedwongen Rode Zee, het gelazer met Autoriteiten in Egypte, het genot van volle nachten slaap gedurende de vaart door Frankrijk. Verhalen , Verhalen .., En dan zegt Arno “Het gaat toch allemaal om de mensen die je ontmoet”. Hoge golven en harde wind dat hoort er nou eenmaal bij. “Olga’s donkere ogen die stralen als ze verteld over de onverwacht vriendelijke ontvangst in Eritrea en Sudan en de hulp vaardigheid in de wereld van de verwegzeilers. Bijna verlegen vertellen ze over het reusachtige feest dat de zeilers en de eiland bevolking aanrichten toen Tutana hun huwelijksbootje werd. Uit eigen ervaring weten we dat na de warmte van de yachties-gemeenschap het hier in Nederland niet alleen klimatologisch opzicht aan de kille kant is. Wennen na een wereldreis is misschien nog wel moeilijker dan vertrekken. We maken een afspraak om verder te praten.
Arno ziet aanvankelijk niets in een verhaal in Zeilen over zijn reis. “Wie zit er nou te wachten op een verhaal langs de gewone passaat route?” vraagt Arno. “Je zeilde toch met een hele kleine boot en het grootste stuk alleen?” werp ik tegen. “Dat kan toch iedereen?” meent hij. “Als mensen willen lezen over ontberingen en narigheid dan moet je niet bij mij zijn. Ik vond het allemaal heel genoeglijk. Nee doe dat maar niet een verhaal over Tutana.”
Waarmee voorlopig de kous af is. We bezoeken elkaar naar aanleiding van de geboorte van onze respectievelijk kinderen, doen eens een verjaardag, en bellen elkaar om te vragen naar de stand van de boot. Een jaar lang zijn we beiden druk met gezinszaken. Arno’s bootje ligt nog steeds in een schuurtje. Soms wordt er wat geschilderd, maar echt opschieten doet het niet. Ook onze boot hersteld zich maar langzaam van de drie jaren in de tropen.
Als ik weer eens bel, is Arno’s boot bijna af. De eerste problemen rond de vestiging in Nederland zijn voorbij en er komt perspectief in de zeilerij. De foto-albums zijn tevoorschijn gekomen. Er worden ankerplaatsen besproken , mooie landen en bijzondere volken. Arno’s ogen beginnen weer te glimmen. En wat meer is : het verhaal mag er nu ook wel komen.

De reis van de Tutana

Hoe begin je als Limburgse vrachtwagen chauffeur zonder veel zeilervaring aan een wereld reis? In grote trekken gaat dat zo: in een kippenhok de Tutana in elkaar zetten en vanuit de Limburgse thuishaven de Maas afzakken, dat ging wel. Vervolgens de Noordzee, het Kanaal de golf van Biskaje nemen en dat ging ook nog wel. De Atlantische Oceaan rond zeilen leverde daarna weinig problemen op.
Dan is het geld op en ga je naar huis om te sparen voor weer een reis. Het nieuwe plan: in vier jaar solo rond de wereld via de passaat route. De eerste ervaring na vertrek is een passerende depressie met heel harde wind die van zuidwest naar noord west draait met bij behorende kruis-zeeën. Arno: “ik wist voor die tijd niet dat golven zo hoog konden worden. Uitgeput ben ik Leixões (nabij Porto in Portugal) binnen gevaren. Het koste me toen wel twee weken voordat ik weer naar zee durfde te gaan.”
Maar Arno wil liever praten over mensen. Hij herinnert zich een wel heel bijzondere ontmoeting. Op het strand van Cartagena in Columbia komt hij in gesprek met “Gabriel Garcia Marquez” en diens broer. De ontmoeting met de Nobel prijswinnaar maakt een verpletterende indruk. Nog steeds leest Arno alles van deze schrijver. Als de schrijver naar andere bestemmingen afreist gaat het gesprek met de broer verder. Een man minsten zo’n bloemrijk taalgebruik, maar volstrekt gespeend van iedere verdere ambitie. Het leven rondhangend bij de haven pieren , is al ingewikkeld genoeg met rum, een verdacht sigaretje, wat eten en goed gezelschap. Op de San Blas eilanden voor de Panamese kust werpt de kleine boten aanpak vruchten af. De indianen zien Arno niet zozeer als een toerist, waar geld aan te verdienen is. Arno: “Echt opgenomen in de gemeenschap wordt je niet. Daarvoor ben je er tekorten is het taal probleem te groot. Maar het was wel heel erg gezellig met die mensen.”
Na het Panama kanaal komt de Oceaan waar het allemaal om begonnen is da Pacific, Arno kiest een route die er net even anders is dan de gebruikelijke ‘Milk Run’ naar de Masquises. Even langs het geheimzinnige Paaseiland en dan naar Pitcairn, het eiland van de muiters van de “Bounty”. Via en onafzienbare stoet eilanden met van die prachtige Polynesische namen komt Tutana uiteindelijke aan het andere eiland van de Stille Oceaan op het belangrijkste moment van zijn tocht.

Romantiek Down Under

Na een rondje Atlantic en een halve wereld omzeiling vaart Arno lang het Australische Great Barrier Reef. Een van de vaste plekken om te bezoeken is Lizard Islands. Vanaf een heuvel op dit eiland zag James Cook voor het eerst de passage in het rif. Een gedenk waardige plekje dus. Op het eiland zijn wat Aussies aan het kamperen. Bij Cooks uitkijkpunt komt Arno een van de Australische kampeerders tegen. Ze praten even en weten beiden: “this is it.” Liefde op het eerste gezicht. Ze hebben nog een paardagen samen, dan is Olga’s vakantie afgelopen. Olga: “ik ging terug naar Townsville, naar mijn werk en appartement. Ik vond Arno leuk, maar hij was op weg. Hij moest zich aan zijn planning houden om gunstig in het seizoen de Indische Oceaan te kunnen oversteken. Ik hoopte hem nog eens te kunnen zien.“ Arno zeilt zo langzaam als hij maar kan naar het noorden. Vanuit een telefooncel op zonnecellen in de bush. Of ze heeft gedacht over zijn voorstel om een keer samen te zeilen. Ze zegt ja en ze vieren een korte vakantie bij Thursday Island nabij de noordelijkste punt van Australië Kaap York. Al na een paar dagen vraag Arno Olga ten huwelijk. Enigszins tot zijn verbazing zegt ze ja. Na een paar dagen in het paradijs in Torres Straat, vliegt Olga terug naar huis om datgene te doen waar de meeste mensen van ons jaren over doen: baan opzeggen, huis verlaten en alles regelen om voor jaren weg te gaan. Olga rijdt terug naar haar geboortedorp bij Melborne een reis van 3000 kilometer. Vandaar vliegt ze naar Darwin, dwars door het binnenland van Australië. Vanaf het moment dat ze zich bij de man van haar dromen voegt, weet ze dat dit een keuze is voor het leven. Nog nooit gezeild, zeker niet op de open oceaan. Als ik haar vraag of ze wist waaraan ze begon zegt ze: “I was just following Arno.”
Het vertrek uit Australië is een vuurdoop. Opeens heeft Arno er een verantwoordelijkheid bij. Niet maar alleen een vent in zijn boot, maar een gezin in wording. Terwijl zijn lief meer dood dan levend van de zeeziekte onderdeks is, zeilt Arno eigenlijk weer solo. Hij heeft er een taak bij: Olga moet bijna onder dwang worden gevoed en vooral veel drinken om uitdroging te voorkomen. Soms kan ze wel even wacht houden om Arno wat slaap te gunnen. Ze trouwen op Cocos Keeling, het laatste stukje (ei)land onder Australisch bestuur. Het paar wil het sober houden, maar het “boot volk” krijgt lucht van de plannen en zet een groot feest in elkaar. Onder de palmen trouwen ze, bloemenkransen om de hals en bloemen in het haar. Alle yachties dragen eten en drinken aan ter verhoging van de feestvreugde. Het hotel dat helemaal leeg staat, gaat voor de gelegenheid open. Het paar krijgt gratie de “bruidssuite” waar het vooral heerlijk een langdurig douchen is. Voor Arno is het de eerste nacht in jaren dat hij Tutana alleen voor anker laat liggen.
Op weg naar huis De tocht naar Galle op Srilanka verloopt al op de bekende manier. De gehuwde status brengt maar weinig verandering in de rol verdeling aan boord. Olga raakt niet van haar zeeziekte af. Ze loopt wel wacht, maar Arno maakt zich meer zorgen dan hij in al die jaren zeezeilen daarvoor heeft gemaakt. Door de stroom worden ze diep de golf van Bengalen in gezet. De voortgang is hier maar matig. Niet wat iedereen onder een huwelijksreis verstaat. Via een tussen stop in India zeilen ze naar de Arabische wereld. Bij aankomst in Oman moet Tutana alle procedures doorlopen die gebruikelijk zijn voor de “dhows” die in deze wateren sinds eeuwen worden gebruikt voor transport van wat wel en wat niet is toegelaten. Op een douane formulier moet de kapitein invullen hoeveel paarden en hoeveel apen er aan boord zijn. Een gewone vraag in deze contreien. Het afwikkelen van deze formulieren kan in de Arabische wereld een kleine week duren. Arno toont zijn Bourgondische instelling als hij zegt: “het hoort er allemaal bij: voor mij is het de manier om de mensen te leren kennen. Als je deze wereld binnen zeilt moet je je neerleggen bij de gebruiken van de mensen en niet druk doend de zaak even naar je hand te zetten.” In de straat van Bab el Mandeb aan de monding van de Rode zee krijgen ze harde wind, heel harde wind te verduren. Ze vluchten een haven binnen en Arno kan een paar dagen nauwelijks praten, verkrampt van de spanning.
De Rode Zee is onderwerp van veel misverstanden onder zeilers. Arno zegt: “Je moet er de tijd voornemen. Wie er doorheen wil jagen zal ontzettend veel op de motor moeten varen. Die van ons was erg onbetrouwbaar, dus we moesten bijna alles zeilen. Dat geeft niets hoor. Als je voor wat betreft het weer in de beste maand januari, wilt zeilen, kun je op het zuidelijke deel van de Rode Zee op wind mee rekenen. Maar het bovenste stuk heeft altijd noorden wind. Als je eind januari in Port Said ligt, kun je tamelijk moeilijk verder. De Middellandse Zee is dan nog erg onrustig. Het is veel beter kalm aan te doen. De 190 jachten die in ons jaar door de Rode Zee zijn gekomen hebben ons alle maal bijna ingehaald. Het is heel goed mogelijk om van anker plaats naar ankerplaats te zeilen. Als de wind meevalt, zeil je een nacht door. Zo niet , dan maak je een korte dag of je blijft lekker liggen om te snorkelen of te duiken. Het is daar onder water zo mooi.“ Uiteindelijk doen ze bijna 3 maanden over het meer dan 1000 mijl van deze moeilijke zee. “Pas in april varen we door het Suez kanaal. Door de afhankelijkheid van het weer hebben we dit deel van de reis als een hoogtepunt ervaren.
De mensen langs de kust waren erg vriendelijke, ondanks het feit, vooral in Eritrea, dat ze erg arm zijn. Als je de mensen uit zo’n vreemde andere cultuur met respect behandelt maakt je de aardigste contacten. Je kunt het zelf wel lekker vinden in de korte broek en ontbloot bovenlijf rond te wandelen, maar als dat in de cultuur van een ander land niet hoort dien je je aan te passen.“ Olga en Arno kopen dus voor hun bezoek aan de Arabische wereld bedekkende kleding. Inclusief hoofdtooi en sluier. Met burnoes de bijboot in- en uitklimmen is nog niet zo gemakkelijk, maar de waardering van de lokale bevolking weegt ruimschoots op tegen het ongemak. Overigens blijkt die kleding in het hete en droge woestijn klimaat heel plezierig om te dragen.
Ruim een jaar na ons gesprek in het kanaaltje in de Peel treffen we elkaar weer. Arno en Olga worden inmiddels vergezeld van Monique, een schattig dochtertje, hier geboren en brabbelend in twee talen. De boot is opgeknapt, want het Waarschip heeft nogal wat te lijden gehad van de jaren op de oceaan. Zoals zovelen van ons vertrekkers en terugkomers, heeft Arno het niet makkelijk aan de wal. Hij vond een baan, maar raakte die weer kwijt, probeerde zijn Olga te laten wennen aan het volle Nederland, dat rare land van aardappels, vlees en groente.
Zij zijn hier wel maar niet helemaal. Australië lokt en ook de zee. De boot verkopen en in Australië een nieuw leven beginnen is een optie die serieus wordt overwogen. “Als dat niet lukt, proberen we met Tutana naar Down Under te zeilen. Desnoods gaat Monique mee aan boord. Het wordt wel wat krap met z’n drieën op 25 voet, maar dat moet dan maar.
Tot zover het verhaal dat Klaas Jan Hoeve in 1997 schreef.

Email contact 2016

In januari 2016 heb ik email contact met de Cauwenberghe’s gehad. Nadat ik hen verteld had over mijn vondst in het Waarschip archief schreef Arno terug: “Mijn echtgenote Olga en ik wonen sinds eind 1999 in Cairns Australië. Onze 20jarige dochter Monique is nu bij toeval nu in Oman, voor een studiereis. Een van de landen die Olga en ik toentertijd ook aandeden. In 1989 start 4 jarige zeiltocht rond de wereld via de passaat route. Via Canaries naar West Indies, Venezuela, Colombia, Panama, Pitcairn, Austral Islands Frans Polynesia, Cook Islands, Tonga, Fiji, New Calidonia en aankomst in Australië in 1991. Cyclone season 1991-1992 in Bundaberg Queensland. Vervolgens het Great Barrier reef naar de Torres Strait Islands. Op weg daar naar toe ontmoete ik mijn toekomstig echtgenote Olga op Lizard Island. Dat was het einde van single handed sailing. Vanuit Darwin zeilde Olga en ik via Christmas Island naar Cocos Keeling Islands in de Indische Oceaan waar we trouwden onder de kokos palmbomen op het strand. By the governor of Cocos Keeling, Barry Cunningham. Vervolgens op huwelijks reis naar Sri Lanka, Kerala India, Salalah Oman, Aden Yemen. Eritrea, Sudan, Egypt vervolgens Suez Kanaal en naar Cyprus. De Middellandse Zee via de Straight of Messina stop in Corsica. En vervolgens naar Zuid Frankrijk. De mast omlaag en met het 7.5pk motortje tegen de stroming op van de Rhone. Vervolgens na ongeveer 200 sluizen naar de Maas en het Beringse kanaal waar ik de reis 4 jaar eerder begon als een solozeiler. Inmiddels zijn Olga en ik 23 jaar getrouwd en hebben een dochter, Monique. We immigreerden in 1999 naar Australia, dit keer per vliegtuig. Enkele maanden voordat we vertrokken verkochten we Tutana.”
In het dossiertje van Tutana van haar vorige eigenaar vind ik in de rubriek “zeilersmarkt” van het blad Zeilen mei 1998 een verkoop advertentie waar Tutana met veel extra’s wordt aangeboden. O.a. met mahoniehouten romp, Navi windvaan en een vraag prijs van 49.500 gulden. In het zelfde dossiertje, tussen de inschrijfformulieren van de 8 uurs, verlopen garantiebewijzen, gebruiksaanwijzingen, een advertentie op de Nationale botenbank uit 2004, waar Tutana te koop aangeboden wordt voor 18000 Euro. De afgelopen 2 jaar stond ze weer te koop met een uiteindelijke verkoop prijs van 7400 Euro.
Inzet stukken bij het artikel in Zeilen:

De boot lekker overzichtelijk

De Tutana is en standaard Waarschip 740. Dus zonder brugdek maar met een inzet schotje tegen de achter in komende brekers. Verder was ze voor zien van fok, grootzeil en storm fok. De boot was nauwelijks extra uitgerust: een windvaan en een paar lange bomen. In Curaçao, na anderhalf rondje Atlantic, besloot Arno tot de aanschaf van een elektronisch navigatieapparaat, een eenvoudige GPS Op weg van Los Roques naar Bonaire was hij, s’nachts varend op gegist bestek. Bijna op een van de Aves eilandjes gevaren. Arno: “Daar heb ik echt geluk gehad. Ik dacht echt ten zuiden van Aves te varen. Toen het licht van Aves aanging, wat overigens eerder uitzondering dan regel is, bleek ik door de stroom in Noordelijke richting verzet te zijn. Ik had het eiland aan stuurboord verwacht en kreeg het aan bakboord in zicht.“ Tot de aanschaf van die GPS waren voor de navigatie aan boord: sextant, tafels en uurwerk. De motor loopt op benzine en heeft een saildrive. Een kleine boot geschikt voor groot water? Arno: “Ik kan het verschil niet beoordelen want ik heb nooit op een grote boor gevaren. Ik heb me wel in havens op grotere boten een paar keer lekker laten verwennen. Wat een ruimte wat een comfort. Maar ik vind een kleine boot overzichtelijker, het onderhoud is goed bij te houden, als iets kapot is kan ik het allemaal zelf maken, desnoods met een eenvoudige noodreparatie.
Omdat het vrijboord van Tutana laag is, was het contact met mensen van de eilanden niet moeilijk. Als er een boot langszij kwam om te praten of iets te verkopen, konden we elkaar recht in de ogen kijken. Voor die mensen was ik ook gewoon een man in een kleine houten boot, vaak maar nauwelijks groter dan hun eigen boot. En het is natuurlijk ook een kwestie van geld.”

Knutselen aan Tutana

Een lome deining loopt binnen op een van de Caraïbische anker plaatsen. Het is een prettige plek om te liggen. Op dit Franse eiland kun je alles kopen zowel in de supermarkt als in de watersport winkel. Alles geïmporteerd, dus prijzig. Op een mooie ochtend zien we Tutana binnenvaren. De zeilen gaan naar beneden, Arno start de motor en nadert de ankerplaats, achteruit varend. “Hé wat doet-ie nou?” Arno verklaart het raadsel als hij meldt dat de vooruit van de motor blokkeert. Achteruit gaat nog wel.
Deze situatie vraagt om een plan. Omdat de aandrijving een saildrive is kunnen we niet naar de keerkoppeling kijken: die zit onder water. Even de kant op kost een vermogen, dus we voorspellen Arno dat hij achteruit rond de wereld zal moeten. Arno trekt een nadenkend gezicht, opent het motorluik, bromt wat en dot het luik weer dicht. Er zijn belangrijker zaken dan motorellende en we gaan eerst maar eens genieten van dit paradijsje.
De volgende dagen zien we Arno nog een paar keer langs roeien. Onze vraag hoe het met de motor gaat wordt iedere keer bijna achteloos beantwoord met: “Dat komt wel goed.” Een paar dagen later zien we de Tutana voor- en achteruitvaren. “Hoe?” Arno: “Gewoon de motor gestript, in plastic verpakt, ook de motor ruimte waterdicht gemaakt. De motor omhoog gehaald en gerepareerd.” Het duurt even voor het tot ons doordringt dat Tutana tijdens de reparatie in feite op een paar vuilniszakken heeft gedreven.
Nu ik jaren later deze gebeurtenis terughaal, vindt Arno het nog steeds niets bijzonders. Een succesvolle wereld omzeiling lijkt voor een groot deel te danken aan de eigenschap om slim om te gaan met beperkte middelen en mogelijkheden.

Behoud van waarschepen en hun bouwverhalen

Wij van IJsselmeerzeilers verhuren Waarschepen. Op deze manier willen we deze schepen behouden die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de toegankelijkheid van de watersport in de 60’er, 70’er en 80’er jaren van de vorige eeuw. Daarbij leveren we een bijdrage aan kennis behoud en overdracht van het onderhoud en ook willen we de bouwverhalen van amateurbouwers delen.
IJsselmeerzeilers is een particulier initiatief zonder subsidies. Met de opbrengsten van het verhuren van deze Waarschepen kunnen we dergelijke exemplaren en hun verhalen levend houden voor de “nieuwe” zeilers. De nieuwe zeilers zijn voor een groot deel mensen die af en toe zeilen en zelf geen boot willen vanwege de rompslomp. Uit onderzoek blijkt dat: “Ruim 50% van de botenbezitters is ouder dan 60 jaar, de verwachting is dat op middellange termijn daardoor het botenbezit af zal nemen. Nieuwe generaties hebben minder behoefte aan bezit, kopen minder snel een duur zeiljacht of motorboot en kiezen vaker voor bijzondere, kleinschaligere vormen van waterrecreatie.”
Een eerste opbrengst van deze werkwijze is het digitaliseren van 8mm Waarschip archieffilm, die inmiddels hier en daar op het internet verschijnen en zo kan ook Waarschip 870 bouwnummer 1 veilig onder dak drogen om zo straks gerestaureerd te worden.

Het artikel Van Peel tot Peel via Pitcairn is met toestemming van Klaas Jan Hoeve gepubliceerd.